Aanpassing maximumprijzen vanaf 21 april 2020

De wijzigingen van de maximumprijzen van de aardolieproducten vanaf dinsdag 21 april 2020 zijn het gevolg van:

  • De publicatie van het koninklijk besluit van 19 maart 2020 in het Belgisch Staatsblad van vrijdag 17 april 2020, tot wijziging van de artikelen 3 en 4 van het koninklijk besluit van 4 mei 2018 tot vastlegging van de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes brandstoffen voor het transport, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten, dat aanleiding geeft tot de inwerkingtreding van formule B in addendum XIV B van de bijlage van 18/12/2019 (d.i. aanpassing van de Technische Bijlage aan de Programma-Overeenkomst betreffende de regeling van de maximumverkoopprijzen van petroleumproducten), zoals voorzien in artikel 7 van voornoemde bijlage. Deze formule B vervangt dan formule A uit addendum XIV A.
  • De periodieke aanpassing van de Apetra bijdrage voor de strategische stocks.
  • De indexering van de distributiemarge.
  • De schommelingen van de noteringen van de petroleumproducten en biocomponenten.

en dit overeenkomstig de Technische Bijlage aan de Programma-overeenkomst betreffende de regeling van de maximumprijzen van de aardolieproducten.

Aanpassing bijmengingsverplichting in twee opeenvolgende fases
De bijmengingsverplichting van duurzame biobrandstoffen past in het kader van de verdere omzetting van, enerzijds, de Europese Richtlijn Renewable Energy Directive (RED)1 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen in transportbrandstoffen voor het wegverkeer en, anderzijds, van de Europese Richtlijn Fuels Quality Directive (FQD)2 ter vermindering van de CO2 uitstoot van fossiele brandstoffen. Een eerste aanpassing vond plaats op 1 januari 2020 met een verhoging van het gehalte aan duurzame biobrandstoffen naar 8,5% van de energiewaarde van diesel en benzine. De tweede fase van de verhoging van de biobrandstof bijmengingsplicht tot 9,9% gaat in op 21 april 2020.

Biobrandstoffen hebben een  hogere productkost dan  de conventionele diesel en benzine. Hierdoor leidt deze aanpassing tot een stijging van de maximumprijzen van diesel en benzine in ons land.

In het aandeel biobrandstoffen dat moet worden bijgemengd, mogen de biobrandstoffen van de eerste generatie, deze zijn uit voeder- en voedingsgewassen, slechts in beperkt mate gebruikt  worden, tot max 7% energie. De hoeveelheid boven de 7% energie komt uit andere bronnen van biomassa, die niet in concurrentie zijn met voeder- en voedingsgewassen. Dit zijn de tweede generatie biobrandstoffen, die noch rechtstreeks noch onrechtstreeks een impact mogen hebben op het gebruik van landbouwgronden, volgens de criteria bepaald door de Europese Unie.

1 Richtlijn 2009/28/EG van 23 april 2009
2 Richtlijn 2009/30/EG van 23 april 2009